Bewerkingen met natuurlijke, gehele en rationale getallen
[Terug naar overzicht hoofdstuk] t
[Oefeningen: basis] [Oefeningen: breuken en kommagetallen] [Oefeningen: volgorde der bewerkingen]
Rekenregels voor bewerkingen met gehele getallen
Theorie |
Getallenvoorbeeld |
+ (+a) wordt + a |
6 + (+8) = 6 + 8 = 14 |
+ (-a) wordt – a |
9 + (–5) = 9 – 5 = 4 |
– (+a) wordt – a |
17 – (+8) = 17 – 8 = 9 |
– (–a ) wordt + a |
34 – (–16) = 34 + 16 = 50 |
► Som van gehele getallen
Bij het optellen van gehele getallen zijn er twee mogelijkheden: ofwel hebben ze hetzelfde toestandsteken ofwel niet.
Indien de gehele getallen hetzelfde toestandssteken hebben, blijft dit teken behouden en telt men de absolute waarden op |
Voorbeelden: 6 + 8 = 14 –7 + (–3) = –10 12 + 7 = 19 –3 + (–11) = –14 |
Indien ze niet hetzelfde toestandsteken hebben, nemen we het teken van het getal met de grootste absolute waarde en nemen we het verschil van de grootste en de kleinste absolute waarde |
Voorbeeld: –8 + 3 = –5 (uitleg:het teken is negatief, omdat 8 de grootste absolute waarde heeft) 9 + (–2) = 7 (uitleg:het teken is positief, omdat 9 de grootste absolute waarde heeft) |
► Product van gehele getallen
Om gehele getallen te vermenigvuldigen, houden we rekening met de tekens van de getallen en vermenigvuldigen we de absolute waarden
Theorie |
Getallenvoorbeeld |
(+). (+) = + |
6 . 5 = 30 |
(+).(–) = – |
7.( –8) = –56 |
(– ).(+) = – |
(–12). 5 = –60 |
(– ).(–) = + |
(–4).( –4) = 16 |
► Quotiënt van gehele getallen
Om gehele getallen te delen, houden we eveneens rekening met de 'tekenregel' (zie product van gehele getallen). Verder delen we de absolute waarden.
► Machtsverheffing
grondtal |
exponent |
resultaat (macht) |
voorbeeld |
positief |
even |
positief |
24 = 16 |
positief |
oneven |
positief |
23 = 8 |
negatief |
even |
positief |
(-2)2 = 4 |
negatief |
oneven |
negatief |
(-2)5 = -32 |
► Werken met haakjes
Indien er een plus voor de haakjes staat, mag het plusteken weggelaten worden en blijven de tekens van de termen binnen de haakjes behouden |
Voorbeelden: + (a – b) = a – b + (–x+y) = –x + y |
Indien er een min voor de haakjes staat, wordt elke term binnen de haakjes van teken veranderd |
Voorbeelden: – (a + b) = –a – b – (–p – q + r) = p + q – r |
► Volgorde der bewerkingen
Er bestaat een hulpmiddel om de volgorde der bewerkingen te onthouden : 'Het Mannetje Won Van De Oude Aap'
Stappenplan:
→ Eerst haakjes uitwerken (eerste de kleine en dan de grote)
→ Machtsverheffingen uitwerken
→ Vierkantswortels trekken
→ Vermenigvuldigen en delen va links naar rechts
→ Optellen en aftrekken van links naar rechts
> Rekenregels voor bewerkingen met rationale getallen (in breukvorm)
► Breuken optellen en aftrekken
Er gelden een paar basisregels voor het optellen en aftrekken van breuken:
→ Vooreerst moeten de breuken, indien mogelijk, vereenvoudigd worden
→ Er moet rekening gehouden worden met de tekens
→ De breuken moeten gelijknamig gemaakt worden
→ De tellers kunnen nu opgeteld worden, terwijl de noemer behouden blijft
→ Er wordt nagegaan of het resultaat nog vereenvoudigd kan worden
► Breuken vermenigvuldigen
Ook voor de vermenigvuldiging van breuken gelden een aantal regels:
→ Bepaal het teken van het product
→ Gelijknamig maken heeft geen zin bij de vermenigvuldiging; vereenvoudig eerst de breuken
→ Om breuken te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je de teller van de ene breuk met de teller van de andere breuk en doet hetzelfde met de noemers!
► Breuken delen
Regels voor het delen van breuken:
→ Bepaal het teken van het quotiënt
→ Vermenigvuldig de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk (het omgekeerde van een breuk bekom je door teller en noemer van plaats te verwisselen)
Overzicht oefeningen
► Benamingen & eigenschappen van bewerkingen met natuurlijke en gehele getallen (theorie)
Oefening: Ken jij de benamingen i.v.m. bewerkingen? (met hulp)
Oefening: Ken jij de benamingen i.v.m. bewerkingen? (zonder hulp)
Oefening: Hoe goed ken jij de eigenschappen van de optelling in N?
Oefening: Hoe goed ken jij de eigenschappen van de vermenigvuldiging in N?
Oefening: Hoe goed ken jij de eigenschappen van de optelling en vermenigvuldiging in Z?
► Oefeningen i.v.m. de tekens + rekenen met haakjes
Oefening: Kan jij eenvoudiger noteren?
Oefening: Kan jij de gepaste bewerkingstekens invullen?
► Basisoefeningen: bewerkingen met natuurlijke en gehele getallen
► Invultabellen
► Praktische schikking toepassen om natuurlijke getallen op te tellen
Oefening: Ken jij getallen optellen door te cijferen?
► Bewerkingen met rationale getallen (breuken)
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met breuken?
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met breuken?
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met breuken?
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met breuken?
► Bewerkingen met getallen in de decimale vorm
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met decimale vormen (optelling)?
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met decimale vormen (aftrekking)?
Oefening: Hoe goed kan jij getallen rekenen met decimale vormen (vermenigvuldiging)?
Oefening: Hoe goed kan jij rekenen met decimale vormen (deling + machten)?
Oefening: Hou jij rekening met de volgorde der bewerkingen?
Oefening: Hou jij rekening met de volgorde der bewerkingen?
Oefening: Hou jij rekening met de volgorde der bewerkingen?
Oefening: Hou jij rekening met de volgorde der bewerkingen?
Oefening: Hou jij rekening met de volgorde der bewerkingen?