Kubus, balk, prisma en cilinder


[Terug naar overzicht hoofdstuk]     [Oefening 1]       [Oefening 2]       [Oefening 3]       [Oefening 4]


De kubus

Definitie: Een veelvlak begrensd door zes vierkanten, noemen we een kubus

kubus

 
  • zijn A, B, C, D, E, F, G en H de hoekpunten
  • is de vierhoek ABCD het grondvlak
  • is de vierhoek EFGH het bovenvlak
  • is de vierhoek ABFE het voorvlak
  • zijn [AE], [BF], [CG] en [DH] de opstaande ribben
  • is de lengte van een ribbe de zijde
  • is [AH] een grensvlakdiagonaal
  • is [AG] een lichaamsdiagonaal
kubus 

In onderstaande kubus  bepalen [BF] en [HD] een diagonaalvlak.

kubus

 

 Onthoud: Een kubus heeft…

  • 6 identieke vlakken (namelijk vierkanten)
  • 12 gelijke (= even lange) ribben
  • 8 hoekpunten

 

De balk

Definitie: Een veelvlak begrensd door zes rechthoeken, noemen we een balk.

balk

 
  • is de vierhoek ABCD het grondvlak
  • is de vierhoek EFGH het bovenvlak
  • is de vierhoek ABFE het voorvlak
  • zijn [AE], [BF], [CG] en [DH] de opstaande ribben
balk 

Onthoud: Een balk heeft…

  • 6 vlakken (rechthoeken)
  • 3 x 4 gelijke ribben
  • 8 hoekpunten

 

Het prisma

Definitie: Een prisma is een veelvlak begrensd door twee evenwijdige en even grote veelhoeken als grond-en bovenvlak en met parallellogrammen als opstaande zijvlakken.

Als de opstaande zijvlakken rechthoeken zijn, wordt gespoken over een recht prisma. Dit brengt met zich mee dat de ribben loodrecht op het grond-en bovenvlak staan

prisma

  • is veelhoek ABCDE het grondvlak
  • is veelhoek FGHIJ het bovenvlak
  • zijn [AF], [BG], [CH], [DI] en [EJ] de opstaande ribben
 
 prisma

 

De cilinder

Definitie: Een lichaam dat ontstaat door een rechthoek om één van zijn zijden te draaien, noemen we een cilinder

In onderstaande cilinder is:

  • het grondvlak de cirkelschijf met middelpunt A
  • het bovenvlak de cirkelschijf met middelpunt B
  • AB de as
  • lABl de hoogte
 
 cilinder