Oefening: Kan jij de top en enkele symmetrische punten van een parabool bepalen?

 


 

Gebruik van het rekentoestel is niet toegelaten bij deze oefening! Je krijgt een functievoorschrift van een tweedegraadsfunctie met twee daarbij horende punten. Je bepaalt van elk van deze punten het symmetrische punt en bepaalt ook eerst de top van de functie (berekening op een apart blad). De komma van het koppel voer je ook zelf in, de haakjes zelf niet!

 

Het is zeer belangrijk dat je geen spaties gebruikt in je antwoord! Je voert dus bijvoorbeeld 8,3 in en niet 8 ,3. Baseer je op het voorbeeld!

 

 
f(x) = (x+1)² + 3
co(T) = (-1,3)
Het symmetrische punt van (0,4) is (-2,4)
Het symmetrische punt van (3,19) is (-5,19)

f(x) = -x² + 2x + 2

co(T) = ()

Het symmetrische punt van (0,2) is ()

Het symmetrische punt van () is (4,6)


f(x) = (x-4)²

co(T) = ()

Het symmetrische punt van (1,9) is ()

Het symmetrische punt van () is (5,1)


f(x) = x² + 6x + 4

co(T) = ()

Het symmetrische punt van (-4,-4) is ()

Het symmetrische punt van () is (-1,-1)

 

f(x) = -2x² -8x + 1

co(T) = ()

Het symmetrische punt van (-5,-9) is ()

Het symmetrische punt van () is (4,-63)