De tekentabel van een eerstegraadsfunctie
[Terug naar overzicht hoofdstuk] [Oefening]
♦ |
We bepalen het nulpunt van de functie (grafisch of via een berekening). |
♦ |
We plaatsen het nulpunt ‘centraal’ in de tabel. |
♦ |
Links van het nulpunt komt het tegengestelde teken van m en rechts van het nulpunt komt hetzelfde teken als dat van m. |
Voorbeeld:
We stellen de tekentabel op van de functie met voorschrift y = 2x – 4.
Uit de waardentabel vinden we dat 2 het nulpunt is van deze functie. Merk op dat we dit ook zouden kunnen berekenen door de vergelijking 2x – 4 = 0 op te lossen.
We kunnen de waardentabel gebruiken als basis voor de tekentabel. Zo’n tekentabel geeft aan waar de grafiek onder (-) , op (0) of boven (+) de x-as loopt.
Op de grafiek zien we dat de rechte links van het nulpunt inderdaad volledig onder de x-as ligt.
.