Als de beurs:
I. een dag 2% stijgt, gevolgd door twee opeenvolgende dagen een daling van 1%;
II. een dag 2% daalt, gevolgd door twee opeenvolgende dagen een stijging van 1%
dan geldt:
(a) Verlies in I en II, en in I het kleinste verlies
(b) Verlies in I en II, en in II het kleinste verlies
(c) Winst of verlies zijn in I en II gelijk
(d) In I winst en in II verlies
(e) In I verlies en in II winst
(Voor onze uitdagingen doen we beroep op het archief van de Vlaamse Wiskunde Olympiade, het online oefenplatform USolv-It en vragen uit de handboeken 'Van Basis Tot Limiet' van uitgeverij Die Keure)