Coördinaat van een punt
[Terug naar overzicht hoofdstuk] [Oefening 1] [Oefening 2]
Plaatsbepaling van een punt in het vlak
Op een getallenas is de plaats van een punt bepaald door welgeteld één getal. Zo hoort 4 op onderstaande getallenas bij het punt A. Het getal 4 wordt de abscis genoemd van het punt A en wordt genoteerd als ab (A) = 4
De plaats van een punt in het vlak kan bepaald worden door twee getallen. Om de getallen te bepalen die bij een bepaald punt B horen, gebruiken we volgende werkwijze:
- We tekenen een horizontale getallenas x.
- We tekenen een verticale getallenas y zo dat het snijpunt van x en y de abscis 0 krijgt.
- We laten uit het punt B de loodlijn neer op de x-as en bepalen de abscis van het voetpunt. De abscis in onderstaand voorbeeld is gelijk aan 2.
- We laten uit het punt B de loodlijn neer op de y-as en bepalen de abscis van het voetpunt. Deze is gelijk aan 3.
- Bij het punt B horen de getallen 2 en 3 in deze volgorde. Het koppel (2,3) bepaalt dus de ligging van het punt B in het vlak.
- Het koppel (2,3) noemen we de coördinaat van het punt B en noteren we als co(B) = (2,3).
- Van de coördinaat (2,3) is 2 het eerste coördinaatgetal of de abscis, terwijl 3 het tweede coördinaatgetal of ordinaat genoemd wordt.
- Het punt waar de x-as en y-as elkaar snijden wordt de oorsprong van het assenstelsel genoemd.