Oefening: Kan jij een schijfdiagram correct interpreteren?

 


 

Interpretatie van een schijfdiagram

    




Voor een enquête vroeg men aan een aantal sportliefhebbers naar welke sporten ze het meest gekeken hebben op de afgelopen Olympische Winterspelen. Maak gebruik van het schijfdiagram om volgende vragen op te lossen als je weet dat 595 mensen het vaakst naar het schansspringen keken.
   
Vragen:   Antwoorden:
     
►Hoeveel mensen hebben de enquête ingevuld?   mensen
     
►Hoeveel mensen hebben het meest naar Ijshockey gekeken? (aantal, dus geen percentage!)   mensen
     
►Hoe groot is het verschil tussen het aantal mensen dat het vaakst naar schansspringen keek en het aantal dat het vaakst naar het schaatsen keek? (aantal, dus geen percentage!)   Het verschil bedraagt
     
►Hoeveel mensen keken in totaal het vaakst naar slalom of langlaufen?   mensen
     
►Hoeveel stemmen kwam het schansspringen te kort om de helft van alle stemmen te hebben?  
     
►Na afloop vraagt men aan nog eens 115 andere sportliefhebbers welke sport zij het meest bekeken hebben. De stemmen van deze mensen tellen echter niet officieel mee in de enquête en zijn dus niet verrekend in het schijfdiagram! Liefst 93 van deze mensen geven aan dat ze het vaakst naar schaatsen gekeken hebben.  Hoeveel procent zou er in het schijfdiagram bij 'schaatsen' staan indien deze stemmen toch zouden meegeteld hebben?
(Rond af op 2 decimalen nauwkeurig!!!)
  %